Formentera en het gouden gras van Neptunus
De promotie van menig vakantie-eiland houdt op bij de kreet ‘zon, zee, strand’. Voor Formentera begint het daar pas. Het eigenzinnige buurmeisje van Ibiza profileert zich meer en meer als duurzaamste eiland van de Balearen, en misschien zelfs wel van de hele Middellandse Zee. Met dank vooral aan de stokoude plantensoort Posidonia oceanica, of zoals wij Nederlanders zeggen… Neptunusgras.
We hebben het niet over zomaar een waterplantje. Naar verluidt, maar de ene wetenschapper is uiteraard de andere niet, spreken we over het oudste ons bekende levende wezen. De beschermde Posidonia oceanica komt vandaag de dag voornamelijk voor langs de rotskusten van de Middellandse Zee, waar ze op de zeebodem grote, groene grasvelden vormt.
Rond het kleine Formentera ligt liefst 7650 hectare, die het eilandbestuur koestert als een kostbaar kleinood. Want, zo stelt de plaatselijke milieuspecialiste Daisee Aguilera Fletcher (31), de plant vormt een cruciaal onderdeel van het ecosysteem van de Middellandse Zee, en dus ook van de wateren rond ‘haar’ eiland. ,,De Posidonia oceanica zuivert het water, voedt talloze andere soorten en levert een belangrijke bijdrage aan de bescherming van de kust tegen erosie. Een hectare Posidonia produceert bijvoorbeeld dagelijks 100.000 liter zuurstof en absorbeert drie keer zoveel koolstof dan het regenwoud en is hiermee van essentieel belang om klimaatverandering tegen te gaan. Niet voor niets zijn de Posidoniavelden van Ibiza en Formentera in 1999 door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed.”
Duurzaam project
Om zoiets kostbaars te behouden, moet je groot denken. En dus heeft Formentera het Save Posidonia Project (#saveposidoniaproject) opgezet. De keuze om in 2017 te beginnen was betrekkelijk eenvoudig, want op die manier kon prachtig worden aangehaakt bij het Internationaal Jaar van Duurzaam Toerisme voor Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Geld voor het eilandproject is onder meer binnengestroomd via het Save Posidonia Festival, dat medio oktober op verschillende plekken op Formentera werd gehouden met activiteiten op het gebied van sport, cultuur en milieu.
Dat wil overigens niet zeggen dat het eilandbestuur zich pas nu daadwerkelijk met de bescherming van het zeegras is gaan bezighouden. Van echte bescherming is al zeker meer dan 10 jaar sprake, stelt Daisee Aguilera Fletcher. En bij goede bescherming horen maatregelen, weet ze. Zo zijn er tientallen speciale ankerplaatsen voor jachten gekomen, waar ankers geen spoor van vernieling kunnen trekken door de zeegrasvelden. Schippers kunnen deze plekken vinden via een speciale app. Verder is het in het hoogseizoen mogelijk om online een boei te reserveren, zodat je zeker weet dat je tijdens je bezoek aan het populaire Formentera de onderwaterwereld niet aan het vernielen bent. Daarnaast wordt, zegt Daisee, door de kustwacht intensiever gepatrouilleerd, met name in de drukke weekenden.
‘Zo kan het eiland speciaal blijven’
,,En we moeten – nog meer dan nu al wordt gedaan – uitdragen hoe belangrijk het beschermen van het zeegras is”, stelt ze in haar kantoor in Sant Ferran. ,,Vooral in de richting van agentschappen en de havens in de Middellandse Zee. Wil je zwemmen in kristalhelder water en tevens het milieu beschermen, dat kan op Formentera. In dat geval is er sprake van een win-winsituatie. En hier, op het eiland, werkt dat inmiddels. De mensen willen bijspringen, willen beschermen. Maar ook daarbuiten moet de wereld het weten: we moeten onze info op nautische kaarten zien te krijgen, zodat je straks op internet met één simpele klik kunt zien waar je wel en niet mag ankeren. Op deze manier kan Formentera speciaal blijven.”
Haar gepassioneerde relaas geeft aan hoe belangrijk het in stand houden van de velden met Neptunusgras is. Mocht het zeegras om een of andere manier toch zijn afgestorven, dan houden de slierten nog waarde, maar dan vooral op het vasteland. Boeren gebruiken het namelijk als diervoedsel, aannemers hebben het bruine goedje recentelijk ontdekt als prima woningisolatie…
Een kijkje vanaf de Zeus Dos
De velden Posidonia oceanica laten zich natuurlijk het beste bekijken vanaf het water. Beroepsvisser David Sanchéz is bereid me mee te nemen voor een tocht. Om 6 uur in de ochtend moet ik me melden bij zijn Zeus Dos, een verweerde boot van 10 meter die in de haven van La Sabina dobbert. De veertiger vaart al z’n halve leven, geen dag uitgezonderd. Sanchéz praat volop bij het ochtendgloren terwijl zijn Afrikaanse metgezel Gora Ndiaye (37), die al 10 jaar op het eiland werkt, op het achterdek stoïcijns het materiaal in orde maakt.
We zijn begonnen aan een rondje Formentera van zo’n 55 kilometer tegen de klok in. Stoppen doen we eigenlijk alleen voor het inhalen en weer uitzetten van de netten, exemplaren van zo’n 500 meter lang en anderhalve meter hoog. Dankzij het lood aan de onderkant vormen die op de zeebodem – getuige de rijke vangst van vandaag – voor veel vissen een ondoordringbare barrière.
Vanaf de Zeus Dos, en daar was het visavontuur eigenlijk om begonnen, zijn de velden zeegras goed te onderscheiden. Ze liggen namelijk daar waar de zee er niet kraakhelder, niet Caribisch turquoise uitziet. En dat is een vreemde, bijna hallucinerende ontdekking. Juist de donkere vlekken geven aan, dat er op de zeebodem Posidonia oceanica leeft. Wie een mooi voorbeeld van dit spel van licht en donker wil zien, moet naar Cala Saona, de paradijselijke hotspot aan de westkust.
Mooiste strand van Spanje
David en Gora hebben uiteindelijk een kleine 10 uur nodig om op deze rustige dag Formentera te ronden. Al die tijd zijn ze stevig in de weer, met uitzondering van een korte lunchonderbreking aan de oostkust. Al dobberend trakteert de schipper ons op brood met kaas en olijfolie, dat we eten met uitzicht op de hooggelegen vuurtoren van La Mola. We hebben dan al het een en ander gevangen, maar we zijn nog onwetend van de mooiste vangst: een aantal langoustines, die David voor het transport met liefde in natte doeken wikkelt. De dagopbrengst, vele kilo’s vis van uiteenlopende soorten en maten, gaat naar vishandelaren of -restaurants, al houdt hij ook het een en ander voor zijn eigen familiebedrijf. Om er bijvoorbeeld gedroogde vis in ecologische olijfolie van te maken, Peix Sec de Formentera.
Na een hartelijk afscheid in La Sabina trek ik naar het nabijgelegen playa de Ses Illetes voor een dosis zon en strand. En al snel ben ik het eens met de lezers van de Spaanstalige editie van Condé Nast Traveler, die deze door zilverblauw zeewater omringde landtong tot het mooiste strand van Spanje voor 2017 betitelden. En daar heeft de Posidonia oceanica, het gouden gras van Neptunus, natuurlijk alles mee te maken…