Rügen, ontdekking in de Oostzee
In Nederland zijn de Waddeneilanden populair. Maar wie van eilanden houdt, moet zeker ook eens naar het Duitse Rügen. Een grillige kustlijn met krijtrotsen, drie natuurparken, kilometerslange zandstranden en een lieflijk binnenland, en dat alles op een oppervlakte van twee keer Texel. En niet te vergeten: je vindt er aan de Oostzee ook Prora, dat voor eeuwig verbonden zal blijven met dat megalomane hotelproject van de nazi’s.
Voor ons begint Rügen, na een aangename reis over uitsluitend Noord-Duitse snelwegen, met het oversteken van de Rügenbrücke. De tuibrug van bijna drie kilometer lengte overspant de Strelasund en verbindt feitelijk twee werelden. Stralsund op het vasteland is weliswaar een historische Hanzestad, maar oogt rond de oeververbinding zwaar industrieel, terwijl aan de overkant het grootste Duitse eiland zich direct in al zijn natuurlijke lieflijkheid aan ons toont. We trekken zo’n veertig kilometer langs landerijen en door bossen en dorpen dwars over het eiland, om met name de oostkust te verkennen. Ostseebad Sellin is ons eerste doel, want we overnachten er in het luxueuze Roewers Privathotel, aangesloten bij Romantik Hotels & Restaurants.
Een pier met een duikgondel
Sellin is vandaag de dag een van de populairste badplaatsen van Rügen, met als kloppend hart de Wilhelmstrasse. De witte villa’s aan weerszijden, gebouwd aan het eind van de 19de of begin 20ste eeuw, geven de straat een ongekende allure. Hier vind je bovendien de meeste restaurants en (merk)winkels van het kleine dorp. En ten slotte: de straat is de toegangspoort tot de Seebrücke en het Oostzeestrand. De Seebrücke is een waar sieraad en op alle momenten van de dag een magneet voor (fotograferende) bezoekers. Bij de realisatie in 1906 drong het bouwwerk meer dan 500 meter de zee in, maar zaken als brand en hevige ijsgang zorgden in de loop der tijd voor ernstige schade. In 1992, kort na de val van de Muur, volgde een grondige verbouwing van maar liefst zes jaar. Later kwam er ook nog een duikgondel bij waarmee je warm en droog een kijkje onder water kunt nemen.
Met 394 meter is de Seebrücke van Sellin de langste van het eiland, voor die van de kustplaatsen Binz (370 meter) en Sassnitz (105 meter). De laatste is momenteel voor publiek afgesloten, in afwachting van renovatie. Het drietal van Rügen legt het overigens stevig af bij de pier van Heringsdorf op het Oostzee-eiland Usedom, die zich met 508 meter de langste van Duitsland mag noemen.
Prora, nederzetting met bijzondere geschiedenis
Voor een heel andere geschiedenis volg je vanuit Sellin simpelweg de kust naar het noorden. Aan de Prorer Wiek, in het duingebied tussen Sassnitz en Binz, kom je dan in Prora. Lang de naam voor een kleine nederzetting, sinds de jaren 30 van de vorige eeuw synoniem voor een buitenissig nazi-bouwproject. Medio 1935 kreeg het Deutsche Arbeitsfront (DAF) naar wens van Adolf Hitler een kuststrook van zeven kilometer met 22 hectare land in handen om er een gigantisch badhotel te bouwen. In dit Kraft durch Freude - Seebad Rügen (KdF-Seebad Rügen) moesten 20.000 vakantiegangers uit de arbeidersklasse zich kunnen ontspannen.
Architect Clemens Klotz tekende twee vleugels met ieder vier bouwblokken van elk 550 meter lang, in totaal 4,5 kilometer. De 10.000 tweepersoonskamers waren alle gericht naar het oosten, met zeezicht. Verder waren er twee golfslagbaden gepland, een theater, een bioscoop en een feestzaal met 25.000 zitplaatsen. Voor cruiseschepen en onderzeeërs zou er een speciale kade komen. Met de bouw werd in 1936 begonnen, in de zomer van 1940 zouden de eerste gasten moeten worden verwelkomd. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in september 1939, bleek funest voor de plannen.
In ruwbouw waren acht hotelblokken, het theater en de kade net klaar, maar Prora is nooit gebruikt voor het beoogde doel. Momenteel zijn de meeste blokken omgebouwd tot woningen, in het meest noordelijke deel is een jeugdherberg gekomen. Wie nog iets van de ‘kale kolos’ wil zien, die de regio decennialang zo droevig heeft gedomineerd, moet wel snel zijn. Aannemers hebben zich inmiddels ook op de laatste leegstaande gebouwen gestort.
Natuurschoon op Rügen
Wie minder heeft met beton, maar meer met natuur, komt op Rügen ook goed aan zijn trekken. Fietsen en wandelen is voor veel bezoekers een aangename tijdspassering, mede dankzij de vele speciale routes. Menig loper zet zich in beweging in Sassnitz, dat tegen het nationaal park Jasmund ligt. De ‘Hochuferweg Jasmund’ naar Lohme is slechts 12,5 kilometer lang, maar neemt gezien het geaccidenteerde karakter en de vele uitkijkpunten wel een dag in beslag. Onderweg kun je zowel de bekende witte krijtrotsen van Rügen als de beschermde beukenbossen zien.
Het mooiste beeld krijg je trouwens als je vrij kort na de start afdaalt richting zee en het trapje met 77 treden neemt dat je tot op het rotsige strand brengt. Veel verderop is het centrum Kӧningsstuhl een uitgelezen plek om alles over de flora en fauna van het kleinste nationaal park van Duitsland te weten te komen. En ben je het lopen even zat; vanuit zowel Kӧningsstuhl als Lohme kun je per bus weer terug naar Sassnitz.
Pad naar de boomtoppen
Ruimte voor nog meer natuur? Beklim in de buurt van Prora dan eens het Baumwipfelpfad of in gewoon Nederlands het boomtoppenpad. Over een lengte van 1250 meter stijgt het pad maximaal 6%, waardoor het ook voor rolstoelgebruikers goed te doen moet zijn. Al cirkelend kom je uiteindelijk bij de observatietoren op een hoogte van 40 meter. Bij goed weer is dan zo’n beetje heel Rügen te bekijken.
En dan zie je in één oogopslag ook waarom dit noordelijkste puntje van de voormalige DDR zo’n belangrijke toeristenbestemming is geworden, dat het zelfs het bekende Sylt in de Noordzee in de schaduw heeft gezet.
Lees onze reportage over Roewers Privathotel op Rügen