Vergeetachtig
Op reis leef ik vaak vanuit mijn koffer. Soms vier hotels in evenzovele dagen; het ontbreekt me in zo’n geval simpelweg aan de rust om mijn garderobe – als die uitrusting die naam al mag dragen – aan de kastruimte toe te vertrouwen. En doe ik dat een keertje wel, dan is het vertrek ’s morgens vaak zo overhaast, dat er iets achterblijft. Een recent voorbeeld? Mijn jasje, netjes opgehangen in een resort in het zuiden van Tunesië. Het hangt thuis trouwens alweer fijn aan een haakje, zo zijn Tunesiërs ook wel weer.
Ik kwam op eigendommen en hotels door een artikel op de reissite jetcost.com. Die liet onderzoeken wat mensen tijdens een vakantie of zakenreis zoal achterlaten in hun accommodatie. En ik moet zeggen: mijn jasje valt qua gekkigheid weg tegen de kledingstukken/goederen/attributen, die schoonmakers in de hotelkamers aantreffen. Een kunstgebit met gouden tanden ter waarde van 8000 euro, een Rolex à 55.000 euro, de sleutels van een Ferrari 458 en die van een Rolls-Royce, een antiek samoeraizwaard. Niet alleen opladers van iPhones en tandenborstels blijven dus liggen, ook heel dure, opmerkelijke zaken.
Levende have en erotiek
En wat te denken van een doos vol levende slakken, een Bengaalse kat, hamsters, slangen of de jongeman, die tijdens zijn vrijgezellenfeest door vrienden aan een bed is vastgebonden? De tijdelijke accommodatie is voor menigeen ook een erotische/seksuele speeltuin, getuige de al dan niet gebruikte condooms, vibrators en opblaaspoppen die kennelijk geregeld in hotelkamers over de hele wereld blijven liggen.
Ik heb over mijn jasje ge-e-maild en gebeld, omdat ik er aan gehecht ben. En omdat het geen gênante exercitie was… ,,Hallo, ik heb vannacht bij u in kamer 211 overnacht. Eenmaal thuis bleek mijn partner niet in de tas te zitten. Wilt u haar discreet naar mijn huisadres sturen, dus bij voorkeur niet opgeblazen…?”