Rab, genieten met een gouden randje
Voor de kerktorentoerist is Rab goddelijk. In de gelijknamige hoofdstad van het Kroatische eiland staan er liefst vier in elkaars schaduw; allemaal eeuwenoud, allemaal elegant. Vanaf de hoogste campanile, die van de Kerk van de Heilige Maria, liggen de hoogtepunten van mijn korte kennismaking met Rab als een mediterraan Madurodam aan mijn voeten. Het schiereiland Frkanj met het fameuze naaktstrand Kandalora, Villa Hotel Barbat, reisbureau Eros en niet te vergeten Grand Hotel Imperial met masseuse Marina.
Mijn uitkijkpunt op 26 meter hoogte laat eigenlijk gewoon prachtige vakantiefoto’s zien. Een historisch stadje met Romeins-Italiaanse roots, veel parkachtig groen plus een haven vol varend lekkers, dat alles tegen een decor van bossen, baaien en bergen. Het eiland in de baai van Kvarner is bovendien heerlijk overzichtelijk: met 2,5 keer Vlieland kun je het per auto in één dag tot je nemen, inclusief een tripje naar de Kamenjak, met 408 meter de hoogste bergtop.
Nederlanders in de minderheid
Jaarlijks maken een kwart miljoen toeristen de oversteek van een kwartiertje van Stinica naar Mišnjak, want Rab is uitsluitend over water bereikbaar. Ik behoor tot een stevige minderheid, want slechts 1 procent van die gasten is Nederlander. Het merendeel is Kroaat, Duitser, Oostenrijker, Sloveen of Italiaan. Die komen voor een relaxvakantie op een van de 30 zandstranden; een actief verblijf vol gezonde elementen als wandelen, fietsen of zeekajakken; een rondje cultureel erfgoed of als onderdeel van een groepsrondreis door Kroatië.
De groep Duitsers in mijn hotel behoort overduidelijk tot de laatste categorie. De busreizigers slapen, ontbijten en dineren in Imperial, maar trekken overdag steevast in hun touringcar naar nationale parken op het vasteland zoals de Krka-watervallen of de meren van Plitvice, om tegen de avond weer vol verhalen op het eiland terug te keren. Ik blijf lekker op Rab.
De najaarszon is heerlijk, dus is de eerste activiteit een dromerig wandelingetje naar de oude stad. Het is nog vroeg, maar op de boulevard staat al menig uitnodigend affiche voor een nautisch uitje. Populair is de dagtocht, inclusief een duik naar een wrak van een schip uit de Tweede Wereldoorlog, voor 250 kuna (nog geen 35 euro), eten en drinken inbegrepen.
Felix Arba, volgens de Romeinen
Rechts van me ligt Trg Municipium Arba, het stadsplein. In dit uitgaansgebied komen de nieuwe en de oude wereld samen: er is free Wi-Fi, maar je moet er wel de code voor ontdekken. En die is ‘felix arba’ – ‘gelukkig Rab’, de naam die de Romeinen vele eeuwen geleden aan het groene eiland schonken.
Bij deze korte geschiedenisles blijft het voorlopig, want ik wil naar het product dat naar verluidt tot de beste toeristische souvenirs van Kroatië behoort. En wie een beetje kan ruiken, vindt al snel Vilma waar rabska torta wordt gemaakt. De lekkernij waarin amandelen, Maraschino en de schil van biologische citroenen en sinaasappels de hoofdrol spelen, kost bijna 19 euro per pond, maar ze maakt mijn ochtend wel extra mooi. Opgewekt trek ik naar het observatiepunt, waar de vier kerktorens in één beeld - fotografisch gesproken - zijn te vangen.
En dan is het hoog tijd voor Eros. Bij deze reisorganisatie aan de haven staat de mountainbike klaar, waarmee ik de rest van de dag het groene achterland ga ontdekken. Ik piep langs mijn hotel naar het wandel-/fietspad, dat pal langs de baai van St. Euphemia naar het beboste schiereiland Frkanj leidt. Eenmaal boven, na een pittig klimmetje, komt de terreinfiets volledig aan zijn trekken. Een glooiend pad trekt kilometerslang diep de eikenbossen in, om virtueel te eindigen in een azuurblauwe zee. Links zie ik door de bomen mijn startpunt: het torenkwartet van Rab.
Op naar een beroemde baai
Op de terugweg kies ik een andere route, op zoek naar de beroemdste bocht van Frkanj. Kandalora oogt als andere baaitjes, maar kent wel een aparte geschiedenis. In 1936 heeft de Engelse koning Edward VIII hier met zijn geliefde Wallis Simpson bloot gezwommen, en 80 jaar later mag dat nog altijd. En die kans laat ik niet voorbij gaan, ook al is het water eind september aan de frisse kant. In het zomerseizoen kun je vanuit Rab en Palit trouwens met een taxibootje naar dit blote zwemparadijs. En dat is best een aantrekkelijk extraatje, bedenk ik me tijdens het avondbuffet in het hotel. De Duitsers zijn zo te horen naar Plitvice geweest.
De andere dag trek ik er in de huurauto op uit. Binnen een paar uur heb ik alle dorpen wel gehad, want naast de stad Rab zijn dat er nog maar zeven: Lopar (met prachtige zandstranden!), Banjol, Palit, Mundanije, Kampor, Supetarska Draga en Barbat. Onderweg naar de laatste bestemming sla ik toch nog even linksaf naar de Kamenjak, de al gememoreerde piek. Het traject is een aanslag op de autotechniek, maar eenmaal boven is alles vergeten. De koude, droge Bora giert machtig vanaf het vasteland over de vaargeul, en houdt zo op dit deel van Rab een maanlandschap in stand. De bergrug doet dienst als natuurlijk windscherm, want de wind dringt tot in geen van de dorpen door; die zijn allemaal slim in het beschutte zuidwesten gebouwd.
Beneden in Barbat wacht de lunch, in Villa Hotel Barbat aan Barbat 366. Op de fundering van een benedictijner klooster heeft eigenaar Davor Andric een eetgelegenheid geschapen, waar je bij wijze van spreken de vingers bij aflikt. Binnen eet je met zicht op een aquarium met 50.000 liter zeewater vol aanstaande heerlijkheden, buiten kijk je uit over de zeestraat die Rab scheidt van het onbewoonde eiland Dolin. Maar naar dit restaurant ga je niet alleen voor de entourage. Natuurlijk, de tonijncarpaccio is prachtig, evenals de tartaar van zeebaars, maar hier moet je eigenlijk de creatie van gedroogde octopus en scrambled eggs proberen. De smaak van deze specialiteit? Onbeschrijflijk goed! De reeks vermeldingen in de top 100 van Kroatische restaurants is niet meer dan logisch.
Massage als opkikker
Mijn laatste activiteit heeft te maken met het koninklijke duo, dat al eerder in dit stuk ter sprake kwam. Grand Hotel Imperial houdt de herinnering aan het Britse bliksembezoek in 1936 tot op de dag van vandaag levend; met een serie foto’s en krantenartikelen in de hal en met een wonderbaarlijke wellnessbehandeling. De Royal Massage Treatment wordt gedaan door Marina, die 75 minuten lang mijn lichaam vertroetelt met een olie waarin 24-karaats gouden elementen zijn verwerkt. The King’s Speech heet de opkikker voor het immuunsysteem, die me nog geen 50 euro kost.
Al die lekkere momenten komen voorbij, terwijl ik op de toren van de Kerk van de Heilige Maria sta. Ik kan eigenlijk alleen maar besluiten met een welgemeend dankwoord aan het adres van de Oostenrijkse journalist, die in 1889 een artikel schreef over de gezonde lucht op Rab. Zijn bezoek wordt op het ‘gelukkige eiland’ namelijk gezien als het officiële begin van het toerisme.
Interesse gekregen in een reis naar Rab? Kijk eens bij: