Fietsfeestje op een oude spoorlijn in Istrië
We mountainbiken kennelijk niet zo bijster snel, want de vlinder trekt al kilometers met ons op. De kleine vos – of leven die niet in Kroatië? - lijkt er net als wij plezier in te hebben, want hij/zij fladdert dan weer links, dan weer rechts van ons gezelschap. Of is het toch een distelvlinder?
Nader onderzoek is lastig, want het rotsachtige pad maakt een volgende bocht, en ook in de heuvels van Istrië kun je dan maar beter oppassen. In de praktijk valt het zoals zo vaak wel mee, want zonder problemen stuiteren we verder naar de zonovergoten vallei van de Mirna, waar verkoeling en verpozing wacht in de truffelstad Livade. Maar eerst nog even heerlijk zweten, op het mooiste deel van de Parenzana - in het begin van de 20ste eeuw een smal spoortracé tussen Trieste en Poreč, nu 123 kilometer wandel- en fietsplezier door Italië, Slovenië en Kroatië.
Voor wie vanuit het noorden grofweg het traject wil weten: je start op de plek van het voormalige treinstation Campo Marzio, vandaag de dag het spoorwegmuseum in Trieste, trekt langs Muggia en passeert bij Škofije de Italiaans/Sloveense grens. Je hebt er dan 13 kilometer opzitten… Via Dekani, Koper, Izola, Strunjan, Portorož, Lucija en Sečovlje bereik je na 45 kilometer Kroatisch grondgebied, waar naar verluidt de 78 aantrekkelijkste kilometers wachten. Daarbij kom je langs Valica, Buje, Grožnjan, Livade, Motovun, Vižinada en Višnjan om uiteindelijk te finishen in Poreč.
Wij rijden het traject Grožnjan-Livade, zo’n 20 kilometer over een heuvelrug, die bij onze startplaats met een piek van 293 meter boven zeeniveau ook meteen het hoogste punt van de Parenzana kent. Grožnjan is zo’n typisch dorp in het binnenland van Istrië; hooggelegen, het silhouet beheerst door huizen met oranjekleurige daken en een kerk. Aan de andere kant is het uniek, als zie je daar aan de buitenkant niks van. Grisignana, in het Italiaans, is namelijk het enige dorp in Kroatië waarvan een meerderheid van de bevolking uit Italianen bestaat. Volgens de laatste gegevens gaat het om iets meer dan 51 procent op een kleine 800 inwoners, maar toch.
Na een wandeling door Grožnjan/Grisignana hebben we op een parkeerterrein buiten het dorp de fietsen in ontvangst genomen, zadels op hoogte gezet, helmen gepast, een proefrondje gereden en ons dan gemeld bij het bord Parenzana. Bijna onmiddellijk duiken we een van de acht tunnels in, een duistere onderneming die bijna een minuut in beslag neemt. Het is even wennen, maar de route blijkt goed te berijden, met een beetje fietservaring en conditie is het goed te doen, ook met kinderen. Opmerkelijk: de stilte, de natuur, de rust; in niets merk je dat je in het meest toeristische deel van Kroatië bent, en dat op een kilometertje of twintig naar het westen mensen massaal liggen bruin te bakken.
Na een paar honderd meter pikken we de reeds gememoreerde vlinder op, die ons zal begeleiden naar een volgende stop. We houden halt op een van de elf bruggen in het tracé, aangelegd om rivieren als Osp, Rižana, Dragonja en Mirna over te steken. Hier doet de gids ook de geschiedenis van de Parenzana (genoemd naar de stad Poreč) uit de doeken. Tussen 1902 en 1935 legde de stoomtrein dagelijks 123 kilometer af over het 76 centimeter brede spoor. Met passagiers en vracht, zoals meel, fruit, groente, wijn, olijfolie uit Buje en Motovun en zout Piran and Sečovlje in Slovenië. De lijn zorgde voor ongekende economische groei in de regio.
Een ritje met de Parenzana was een onderneming op zich, zo blijkt uit het relaas van de gids. Met een maximumsnelheid van 25 km/uur duurde een rit al snel 6 à 7 uur, afhankelijk van de condities. Waren de wagons zwaar beladen, dan kon het voorkomen dat passagiers bij hellingen werd gevraagd om uit te stappen om even te helpen duwen. Ook spelende kinderen konden de duur van de reis beïnvloeden. Die smeerden soms vijgen op de rails, waardoor de wielen hun grip verloren en de trein niet of nauwelijks meer vooruit kwam. Stoppen en de rails schoonmaken was vaak de enige remedie.
Ontwikkelingen op wereldschaal maakten de spoorlijn in 1935 kapot. Fascistisch dictator Benito Mussolini begon dat jaar namens Italië een oorlog in Afrika, met het binnenvallen van het oud Ethiopische rijk Abessinië. Om aan ijzer en staal voor die oorlogsmachine te komen, liet hij onder meer alle rails van de spoorlijn slopen. Bizar detail: de zending heeft Afrika nooit bereikt, het schip dat de rails vervoerde zonk in de Middellandse Zee.
De voormalige spoorlijn lag er vervolgens tientallen jaren voor dood bij; delen overwoekerden met onkruid, paddenstoelen groeiden in de tunnels. In 2002, bij de 100ste verjaardag van de opening, vond menigeen dat het zo wel welletjes was geweest. En met steun van regionale en nationale overheden kon de Parenzana binnen een paar jaar worden omgedoopt tot ‘The Route of Health and Friendship’ die – net als ooit de spoorlijn – lokaal voor de nodige economische welvaart en voorspoed zorgt.
Dat is een prettige constatering tijdens de laatste kilometers van onze etappe, die we in razende vaart afleggen in de richting van het centrum van Livade. Als we stoppen voor hotel Zigante, paradijs voor truffelliefhebbers, is daar opeens weer onze vlinder! De kleine vos, want dat is het, draait een paar rondjes en verdwijnt dan in de richting van de heuvels, waar nieuwe toeristen op hem/haar wachten.