Eerst Casanova, nu Koversada
Grommend trekt de bus door het binnenland van Istrië, de bekendste regio van Kroatië. Op gezette tijden stopt de chauffeur bij campings en andere vakantiedorpen om passagiers te lossen, die hier hebben geboekt voor een weekje of meer zonvakantie. Het groepje jongeren, ook al opvallend aanwezig tijdens de vlucht Amsterdam-Pula, heeft het niet meer als bij de zoveelste stop een echtpaar uitstapt bij het naturistencomplex Valalta. ‘Dat had je toch niet achter die mensen gezocht’, lijken de tieners te willen zeggen, met een vragende blik in onze richting. We moeten ze teleurstellen, zeker als we een halfuurtje later met de kinderen de touringcar verlaten bij Koversada, ook al zo’n groot oord voor bloteriken.
De gebeurtenis is al snel een anekdote, als we het appartement hebben betrokken en ons opmaken voor een eerste ongedwongen wandeling over het immense complex bij Vrsar. Want we willen wel eens weten waarom juist op deze plek in 1961 feitelijk het commerciële naturisme is geboren. Natuurlijk, er blijft dat mooie verhaal van de Italiaanse vrouwengek Giacomo Casanova (1725-1798), die hier voor het eerst naakt zou hebben gezwommen. Maar dat zal Rudolf Halbig, de Duitse eigenaar van reisorganisatie Miramare, er aan het begin van de jaren zestig natuurlijk nooit toe hebben gebracht om juist op het eilandje Koversada een eerste naturistenterreintje in te richten. Neen, het moet zijn geweest vanwege de adembenemende natuur, de ontelbare uren zonneschijn en het doorschijnende water. Die goddelijke combinatie lokt trouwens zoveel liefhebbers van Freikörperkultur naar het nieuwe paradijs, dat Halbig al vier jaar later, in 1965, letterlijk een brug moet slaan naar het vasteland.
Hoe anders is Koversada nu. Natuurlijk, je kunt nog heerlijk kamperen op het gelijknamige eilandje, verkoeling zoeken onder veel mediterraan groen en zwemmen in een kristalheldere zee, maar je moet het terrein in het hoogseizoen wel delen met ongeveer zesduizend vrienden en vriendinnen. En die lijk je in twee weken ook allemaal een keertje tegen te komen: op het strand, in de winkels, bij het tennissen of volleyballen, in een restaurant, bij de kiosk, aan de bar of anderszins. Prettig, als je er rekening mee hebt gehouden. Niet prettig, als je met het beeld van die intieme Franse naturistencamping op het netvlies spontaan hebt besloten om in de zomervakantie eens ‘een keertje ergens anders heen te gaan’.
Weldaad
Wij worden geenszins teleurgesteld. Met Valalta – gelegen aan de overkant van de indrukwekkende Lim Fjord – hebben we eerder in Istrië gebivakkeerd op een accommodatie waar werkelijk alles te doen is, terwijl we vergelijkbare ervaringen hebben meegebracht uit Frankrijk en de Verenigde Staten. We zijn dus wat gewend, al mag de verkiezing van Miss Koversada wat ons betreft voorgoed uit het pretpakket worden geschrapt. Voor het overige voldoet de accommodatie volledig aan onze wensen. Een beetje wandelen, wat lezen aan het strand, een duikje hier en daar, een hapje eten, wat drinken en voor je het weet valt weer een avond over de adembenemende Adriatische Zee.
Het is ook zo’n moment om de keuze voor het laatste deel van de dag te bepalen. In het appartement lonkt de airco en de televisie met 22 kanalen, maar in de praktijk zoeken we het avondvertier vooral op het terrein. Koversada is per slot van rekening een verzameling villa’s, appartementen en tenten, met gemeenschappelijke voorzieningen als restaurants, snackbars, bars, supermarkten, wasserij en postkantoor. Dagelijks amusement voor alle leeftijden, zoals live muziek, zorgt ervoor dat werkelijk niemand zich hoeft te vervelen. Lekker een beetje banjeren kan natuurlijk ook, het complex is zo’n honderdvijftig voetbalvelden groot.
En als slagroom op de taart is er altijd nog de zee, waarin we ’s avonds bijna traditioneel even relaxen. Dit water is per slot van rekening nog altijd het schoonst van de gebieden rond de Middellandse Zee, zo heeft het Kroatisch ministerie van milieu en ruimtelijke ordening en bouw recentelijk becijferd. Van de 863 onderzochte locaties, van Istrië tot Dubrovnik, is de zee bijna overal meer dan voldoende geschikt om te zwemmen. Dergelijke cijfers kunnen Italië, Spanje en Frankrijk al sinds jaar en dag niet meer overleggen en dus gaan we bij Koversada steeds met een gerust hart te water. Het al jaren aangekondigde zwembad missen we niet.
Buitenwereld
Na een aantal van zulke lome vakantiedagen ben je bijna vergeten dat er ook een leven buiten deze blote gemeenschap is. Dat weldadige gevoel houdt uiteraard nooit lang stand; op alle mogelijke manieren dringt uiteindelijk ook hier de buitenwereld door, niet in de laatste plaats door de nieuwsgierige Duitse buren en hun kinderen. En zo móeten we naar Poreç (‘de Euphrasius-basiliek uit de zesde eeuw staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco’), naar Vrsar (‘de internationale keuken van restaurant Trošt is voortreffelijk’) en naar Pula, voor het amphitheater uit de eerste eeuw.
Trouw zoals we alleen in vakanties kunnen zijn, willigen we het eisenpakket van de buurtjes in – per slot van rekening hebben we voor een paar dagen een auto gehuurd – en leggen bezoeken af aan de drie bijzonderheden. We moeten toegeven, de Duitsers hebben niet overdreven. Je kunt een restaurant weliswaar niet een-op-een vergelijken met monumentale bouwwerken, maar op alledrie de plekken hebben we wel het gevoel iets speciaals te zien of te beleven.
Dat geldt zeker voor de laatste dag dat wij over de Opel Astra beschikken. Rond het middaguur is het 32,5 graden en de kinderen zijn dit keer met geen stok te bewegen om mee te gaan, ze blijven liever bij hun nieuwe vriendinnetjes. Vader en moeder willen desondanks het achterland ontdekken, de wagen heeft per slot van rekening airco. Via Pazin, het geografische middelpunt van Istrië, rijden we eerst naar het oosten om via een boog bij Novigrad terug te keren bij de kust. Op ons verlanglijstje staat het eeuwenoude Hum, dat met 22 inwoners te boek staat als de kleinste stad ter wereld. De entree heeft ietwat potsierlijks: alles lijkt hier groot. De kerktoren, de twee andere gebouwen op de heuvel, de stadspoort, het plein, het kerkhof: je verwacht ze overal, maar niet in de kleinste stad op onze aardbol. En wat te denken van de telefooncel, die op deze plek oogt als een wezensvreemd kunstobject.
Als de verbazing een beetje is weggezakt, parkeren we langs de stadsmuur. Naar binnen mogen we met de wagen niet, Hum heeft dus eigenlijk een autovrij centrum. Bij de stadspoort probeert een man lavendelolie en andere lokale producten te verkopen vanaf de motorkap van een crèmekleurige Renault 4. Binnen de muren vallen direct het gladde, rondgelopen plaveisel en de klok op de kerktoren op. De ijzeren wijzers op de vierkante plaat staan op half vier, ver verwijderd van de werkelijkheid. Wanneer zijn ze blijven stilstaan? Rond de Eerste Wereldoorlog, de Tweede of tijdens de recente strijd om onafhankelijkheid? We zullen het nooit weten.
Grip
Na een aangenaam halfuurtje breken we op en trekken via Buzet en Motovun terug naar de kust. Het is heerlijk autorijden, al zijn de bochten soms onoverzichtelijk en verraderlijk. We wanen ons in Toscane, zoveel groene heuvels en cipressen zijn er in dit deel van Kroatië te vinden. Langs de wegen staan opvallend veel godsdienstige uitingen, achter glas en achter slot en grendel. De voorzienigheid heeft kennelijk niet overal grip op, getuige de keuze voor al deze moderne veiligheidsvoorzieningen.
Op Koversada is het snel de kleren uit en dan op zoek naar een versnapering. Het wordt čevapčići u lepinji, gekruide Kroatische gehaktrolletjes met speciaal brood, met een glaasje wijn. Op het zandstrand treffen we korte tijd later al vrij snel de kinderen aan, met weer nieuwe vrienden en vriendinnen, net gearriveerd uit Nederland en Duitsland. Ze willen met elkaar eten, dus kunnen wij vanavond met een gerust hart naar het visrestaurant en daarna misschien samen nog even zwemmen. Voor de kinderen hoeft het inmiddels niet meer, die klonteren liever samen op het strand, bij een bar of bij de muzikanten. Het zijn allemaal keuzes, ook in de vakantie. Elke dag weer. Niemand uitgezonderd.
Na een kleine twee weken zien we bij het opstappen, voor de transfer met de bus naar de luchthaven van Pula, de groep Nederlandse jongeren terug. De gebruinde tieners kijken blijmoedig en zwaaien naar ons, ten teken van een goede verstandhouding. Ze zouden, enkele eeuwen na Casanova, langs de kust van Kroatië toch niet het blote leven hebben ontdekt?