Natuur heeft - soms - baat bij corona
Reizen was in 2020 bijna onmogelijk, vakantie in eigen land werd de norm. Corona maakte dat we ons vooral binnen de landsgrenzen moesten verpozen. De natuur werd een magneet, als tegenhanger van al dan binnen zitten en thuiswerken. Een gezonde tegenhanger bovendien, want door alle coronamaatregelen daalde de CO2-uitstoot (minder vlieg- en wegverkeer) en werd de lucht schoner (minder concentraties stikstof).
En die ontwikkelingen leidden, in alle uithoeken van de wereld, ook tot positieve impulsen voor de natuur zelf. Weekend.knack.be heeft een reeks opgeduikeld, waarvan wij enkele opmerkelijke zullen noemen, gericht op reizen en toerisme. Door de schonere lucht waren dit jaar bijvoorbeeld voor het eerst de toppen van de Himalaya, zoals die van de Mount Everest, kraakhelder zichtbaar. En over helder gesproken: de inwoners van Venetië keken werkelijk hun ogen uit, want sinds lange tijd was het water in de kanalen welhaast doorschijnend… Overigens wil dat niet zeggen, dat het water in en rond de Italiaanse kustplaats in de afgelopen maanden ook schoner is geworden…
Positieve ontwikkelingen in de dierenwereld
In de dierenwereld speelden ontwikkelingen rond corona, en dan vooral door alle maatregelen, eveneens een rol. Het aantal Chinese witte dolfijnen is bijvoorbeeld met 30 procent toegenomen, doordat het verkeer per ferryboot in Hongkong als gevolg van de pandemie werd stilgelegd. De galapagospinguïn had ook baat bij de coronacrisis. Het aantal exemplaren van deze met uitsterven bedreigde diersoort groeide van 489 naar 1940, voornamelijk door het wegblijven van toeristen op de bekende archipel in de Stille Oceaan.
Verderop, in het noorden van China, was er goed nieuws als het gaat om de luipaard en rond het Antarctische eiland Zuid-Georgië konden onderzoekers meer ontmoetingen noteren met de ernstig bedreigde blauwe vinvis. Overigens troffen ze er ook zoveel bultruggen aan, dat die inmiddels een veelvoorkomende soort kunnen worden genoemd. Een laatste positief dierenbericht is dat door de coronacrisis voor de tweede zomer op rij in IJsland niet op walvissen werd gejaagd.