Ik hike, dus ik besta
We zijn nu 3 weken onderweg in onze roadtrip door de Verenigde Staten en hebben heel wat van oorspronkelijke plannen en routes aangepast. Allereerst omdat de nationale parken door de shutdown gesloten waren, maar ook omdat het overal waar we heen wilden ‘te koud’ bleek voor de tijd van het jaar. Dat betekende per dag kijken waar we heen wilden, en vooral konden.
Door het moeten missen van Yellowstone en Grand Teton zakken we dus een week eerder dan gepland af naar Utah. Met een leuk lijstje alternatieven voor de gesloten nationale parken op zak, gekregen van Amerikanen die we spreken en die ons maar al te graag voorzien van tips. En bijna alle tips die we krijgen, alle informatie die we hebben of opzoeken op internet en alle brochures over zowel de nationale- als de stateparken staan bol van de ‘hikes’ die je er kunt maken. Die je er MOET maken. Want hiken is een ‘must’. Wie niet hiked telt niet mee. Wie hiked, die bestaat.
De eerste hike
Een van de tips is het statepark Dead Horse Point in Moab, zo ongeveer naast het beroemde nationale park Arches dat op dat moment nog gesloten is. En hier, in Dead Horse Point, maken we onze eerste echte ‘hike’. Okay, stel je er geen al te woeste loop bij voor. We zijn van het wandelen, van een beetje klimmen en dalen, maar zeker niet van het dagenlang de paden op, de lanen in. Gelukkig kun je in alle parken hikeroutes krijgen waar, heel belangrijk, op staat of de hike makkelijk, gemiddeld of moeilijk is en hoeveel mile je moet lopen. Ook fijn om te weten is hoe lang je daar ongeveer over ZOU kunnen doen. Want een mile lopen op een voetpad gaat immers veel sneller dan een mijl een berg op klauteren.
Ambitieus
Wij kiezen in Dead Horse, heel ambitieus, voor de oost- én westrim hike die maar liefst bijna 8 kilometer is, maar volgens de informatie ‘goed te doen’ is. We nemen water, rugzak en petjes mee en beginnen onze stoere loop aan de oostkant. Fluitend lopen we het pad over. De stapeltjes stenen wijzen de weg. Zo, dat valt nog eens mee. Af en toe worden we ingehaald door stoere andere hikers, die duidelijk beroepslopers zijn aan hun uitrusting te zien. Maar ach, we lopen ook best lekker en af en toe spring ik huppelend als een jong hertje over een steen.
Bij de oversteek naar de westkant ontdekken we dat dit deel van de hike een stuk zwaarder is. Meer hoogteverschil, oneffener…maar nog steeds te doen. Al bedacht ik halverwege wel dat met de westkant beginnen wellicht handiger had geweest. Lekker fris aan de klim lukt altijd beter dan al wat vermoeid proberen je omhoog te hijsen op een steen. Maar goed. ‘Lukt het nog’, vragen we geregeld aan elkaar. En natuurlijk lukt het! Na een paar uur komen we terug bij het beginpunt! Zo, dat hebben we maar eens mooi gedaan.
En dan horen we dat Arches de volgende dag open gaat. Kijk, dat is nog eens leuk nieuws. We boeken een nachtje bij op de camping in Moab en bekijken alvast de informatie over de hikes die we door Arches kunnen maken. De gemakkelijke uiteraard! Want ook voor een makkelijke hike geldt: ik hike, dus ik besta!