2012 hoogtepunt Domtoren Utrecht
Ruim 58.000 mensen beklommen in 2012 de 112 meter hoge Domtoren in Utrecht. Dat is ruim 5 procent meer dan in 2011 en een recordaantal, zo maakte Toerisme Utrecht bekend. “De goede resultaten zijn een direct gevolg van betere promotie en samenwerking met anderen”, zegt directeur Ronald Trum van Toerisme Utrecht, verantwoordelijk voor de exploitatie van de toren.
Onderdeel van de promotie waren ondermeer de introductie van bijzondere Domtoren-souvenirs en een Domtoren-paspoort. Daarnaast was de Domtoren onderdeel van een aantal Utrechtse evenementen zoals de stadsdag, VJ op de Dom, museumtentoonstellingen en culturele zondagen. Ook de eigen thema-activiteiten zoals de ‘Midzomeravondtours’ (augustus) en ‘Lichtjes Kijken’ (december) scoorden goed. Naast het halen van een bezoekersrecord was een ander hoogtepunt de voltooiing van het interieur van de Michaelskapel met een imposante smeedijzeren kroonluchter.
Plannen voor 2013
Ook voor dit jaar heeft Toerisme Utrecht grootste plannen voor de Domtoren. In het voorjaar wordt een Domtoren App geïntroduceerd. Hiermee kunnen bezoekers met de nieuwste ‘augmented reality’-techniek via hun smartphone zien hoe het uitzicht vanaf de toren honderden jaren geleden was, of in de toekomst zal zijn.
Daarnaast wil de Domtoren de Green Key behalen, het internationale keurmerk voor duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en zorg voor het milieu.
Ook moet de Domtoren steeds meer een evenementenlocatie worden. “De toren is al een hele populaire plek voor huwelijken en zakelijke bijeenkomsten en na alle positieve reacties die we hebben ontvangen na de theatervoorstellingen in de toren willen we nu ook de mogelijkheden bekijken om aan te sluiten bij kennis- en cultuur-evenementen”, aldus Trum die denkt aan de festiviteiten rond 300 jaar Vrede van Utrecht, of het Internationaal Kamermuziekfestival. “Zo krijgt de toren nog meer een centrale plek in het stadsleven en voor de bewoners.“
Lees hier meer over deze, en 10 andere 'hoogst beklimbare' torens.