We moeten het er gewoon mee doen
We zijn aangekomen in Seattle en gaan aftellen van onze '66 dagen route VS’, want hier begint onze roadtrip. We pakken ook nog een stukje Canada mee, want ook Vancouver staat op de planning. We vertrokken uit Nederland met prachtig weer en met goede hoop op aardig weer aan de westkust van de Verenigde Staten. Wat normaal gesproken rond deze tijd ook zo is. En die eerste dag valt wat dat betreft niet tegen. Af en toe een spetje, maar dat mag de pret niet drukken.
Om 5 uur ’s middags komen we aan in ons hotel dat, lekker makkelijk, naast het vliegveld ligt. In Nederland is het 1 uur ’s nachts, en zo voelen wij het ook. Dus om gelijk de jetlag de kop in te drukken dumpen we de koffers in het hotel en nemen de shuttlebus naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum. Beetje rondstruinen, hapje eten en om 9 uur de shuttlebus weer terug naar het hotel. Hier wacht de man met de hamer. Kortom, in bed storten en slapen.
Hallo huis op wielen
De volgende dag worden we om half 8 opgehaald en naar het camperverhuurbedrijf gebracht. En daar staat ie, ons rijdende huis voor de komende 2 maanden. Na het invullen van alle formaliteiten krijgen we de sleutels en kunnen we vertrekken. Eerst naar de supermarkt voor het inslaan van proviand en vervolgens richting de campground van Seattle. Wel 10 hele mijlen. Want het winkelcentrum was leuk, maar we willen ook wat van de stad zien.
Het regent. Nog niet zo hard, maar toch…
Uitzicht verpest door inzicht
Vanaf de campground gaan we met de bus naar de metro die ons verder naar de stad brengt. Het duurt een uurtje. Ondertussen regent het al wat harder. Vol goede moed struinen we door de stad. Om tegen de avond de ‘Needle’ in te gaan, de uitkijktoren van Seattle. Eenmaal boven wordt het uitzicht bedorven door het inzicht dat we de cameratas in de metro hebben laten staan. Zonder de camera, maar wel met geheugenkaarten, 2 extra batterijen, een zonnefilter…kortom. Genoeg om de rest van de avond in zwaar mineur door te brengen. Bellen naar ‘gevonden voorwerpen’ levert helaas niets op. Hmm, een uitzonderlijke situatie. Want normaliter zijn we erg kien op het meenemen van onze spullen.
De Rijdende Rechter
Het regent nog harder wanneer we de volgende dag richting Vancouver vertrekken. Onderweg stoppen we in het Heritage Park in Lynnwood, waar we van een paar charmante vrouwen alles horen over de historie van het dorp. Een paar mijl verder leren we in het Hilbulb Cultural Center in Tulalip alles over de Tulalip indianen. Daarna gaan we in de ondertussen stromende regen door naar Vancouver. Het blijft slecht en onze eerste dag in Vancouver lopen we in dikke winterjas en met paraplu door de stad. We zien leuke dingen, maar de meeste attracties zijn ‘outdoor’. En daar wil je niet zijn nu. Tegen de avond nemen we de bus terug naar de camping. Het echtpaar naast ons hoort dat we buitenlands zijn. “Jullie boffen niet”, spreekt de vrouw ons aan. Vorige week was het hier nog 23 graden, maar de komende dagen zijn de vooruitzichten nog slechter dan nu. Het is echt een uitzonderlijke situatie. Maar ja, wat doen we er aan he?”
Haar kordate toon doet me denken aan de ‘Rijdende Rechter’ als hij zegt: “Dit is mijn uitspraak en daarmee zult u het moeten doen”. Want net als met het verlies van de cameratas zullen we het ook met dit slechte weer dus gewoon moeten doen!