Ontdekkingen op de Balkan - De wijnen van Roemenië en Servië
Artikelindex
De wijnen van Roemenië en Servië
De ochtendmist is nauwelijks opgetrokken of we melden ons aan de poort van wijnhuis Vinju Mare, in de gelijknamige gemeente in het uiterste zuidwesten van Roemenië. Hier, in het gebied tussen de 44ste en 45ste parallel op het noordelijk halfrond, is het prettig wijn maken, onder meer door de voorbeeldige zonneschijn van april tot oktober. Maar ook de grond, red clay, draagt bij aan de mogelijkheden om hier kwaliteitswijnen te produceren. En dat doen ze in Vinju Mare, getuige onder meer de Prince Vlad fetească neagră grand reserve 2011 en de hoogst aangename rosé, waarmee in 2012 in Cannes een gouden medaille werd gewonnen. In de afgelopen drie jaar kwamen een miljoen flessen van de band, die vooral naar China werden geëxporteerd. Maar de verovering van Europa staat nadrukkelijk op de agenda, aldus de directie.
Paspoortcontrole bij de IJzeren Poort
Even voor het middaguur steken we via de Djerdap-stuwdam de grens tussen Roemenië en Servië over. De waterkering uit het begin van de jaren ’70 is een van de grootste waterkrachtcentrales van Europa. De kille uitstraling van de dam staat volledig haaks op het achterliggende landschap, want juist hier trekt de Donau door de IJzeren Poort, een kloofdal dat zonder overdrijven imposant kan worden genoemd.
Wie veelal door het westen van Europa trekt, wacht op de stuwdam een kleine verrassing. De paspoortcontrole neemt enige tijd, zowel aan Roemeense als aan Servische kant, maar dat geeft helemaal niks. Je gaat letterlijk weer eens een grens over, hoe mooi kan reizen zijn. Daarbij komt dat de Roemeense douanier van de gelegenheid gebruikmaakt om het internationale gezelschap te plezieren met een korte sketch, door het voorlezen van de moeilijkste namen uit de verzamelde reisdocumenten.
Eeuwenoude wijndorpen
De eerste bestemming in Servië is de noordoostelijke regio Negotin. Hier vind je ongeveer 1000 hectare aan wijngaarden, waarvan de opbrengst veelal nog wordt verwerkt in traditionele, hooggelegen wijndorpen/-kelders. Deze pimnices/pivnices zijn eeuwen geleden opgetrokken en belichamen vandaag de dag nog altijd de sfeer van vroeger. Voor de mooiste exemplaren van dit Servische erfgoed moet je naar Rogljevo, Rajac, Smedovac, Štubik of Tamnič.
Wij kiezen voor een ‘wijnlunch’ in Rajacke Pimnice, om onder meer het plaatselijk populaire sarma te proberen; een mengsel van gehakt, tomaten en rijst, dat wordt opgerold in druivenbladeren. Maar ook de čvarak, een plattelandsspecialiteit van varkensvlees, mag van ons ook elders op de menukaart. Beide gerechten combineren feestelijk bij de lokale wijnen, die namen als Bahus en Templar hebben meegekregen.
Kunststukjes, geliefd als filmdecor
Voor we doorreizen naar Bulgarije wandelen we nog even door de jongste geschiedenis. Rajac kreeg tussen de tweede helft van de 18de eeuw en 1930 een complex van 270 aaneengesloten wijnkelders, gebouwd rond een centraal plein met fontein. De architectonische kunststukjes zijn gebouwd van gehouwen steen en hout, bedekt met tegels. Alle kelders zijn deels ingegraven, zodat de binnentemperatuur zo weinig mogelijk uitschieters kent. Lopend door de smalle straten, bekleed met bolle stenen, kunnen we ons goed voorstellen dat menig regisseur zijn historisch getinte werk juist hier heeft opgenomen. We treffen ook wijnboeren op leeftijd, die met graagte hun nog oudere werkplaatsen willen laten zien om een slokje van hun jongste druivensap aan te bieden.
Aan het eind van de middag, voldaan in veler opzichten, trekt onze delegatie verder naar het derde land van de dag, Bulgarije.