Pilkki in Pohjois-Karjala… ijsvissen in Noord-Karelië
Artikelindex
Pratend over plekken in Europa waar de natuur nog de baas is, kun je nauwelijks om Finland heen. Aansprekend voorbeeld is de oostelijke regio Noord-Karelië, die bijna 300 kilometer grens deelt met Rusland. Zo'n 165.000 inwoners, zo ongeveer de populatie van Nijmegen, leven er op bijna 18.000 vierkante kilometer, iets minder dan de helft van Nederland. Gemiddeld amper 9 Finnen per vierkante kilometer… en dat in een landschap dat wordt gedomineerd door bos (70 procent) en water (20 procent).
Puur op reis trok naar Pohjois-Karjala, zoals de Finnen zeggen, om een beetje aan wintersport voor rust- en ruimtezoekers te doen. Zoals wandelen op sneeuwschoenen in het nationaal park Koli, het aaien van rendieren en voor een uurtje of wat pilkki of pilkkiminen op het meer Pielinen. Pillk…? Vissen met een kort hengeltje door een gat in het ijs.
Naar de top van Koli
De vlucht met Finnair is er één naar een uithoek van Europa. Amsterdam, Helsinki en Joensuu hebben we deze dag al aangedaan, en nu staan we eindelijk op de Ukkokoli. De 347 meter hoge top van het park Koli, door Finnen beschouwd als hun nationaal landschap, biedt normaal gesproken een vergezicht over het meer Pielinen, maar helaas niet vandaag. De nevel voorspelt opnieuw veel sneeuw, de lucht bestaat uitsluitend uit vele tinten grijs. En toch voel je direct, op deze eenzame plek waar de ijzige wind vrij spel heeft, waarom kunstenaars als Jean Sibelius, Juhani Aho en Eero Järnefelt juist naar Koli trokken om er de panorama’s vast te leggen.
We binden de Faber Mountain Pro’s weer onder, de sneeuwschoenen van Canadese makelij, en beginnen aan de afdaling naar Sokos Hotel Koli, waarvan we weten dat bij het diner heerlijke Franse wijnen worden geschonken. Maar eerst schuifelen we, in volstrekte stilte, in het spoor van onze gids over versgevallen sneeuw, die het landschap van het nationaal park Koli de uitstraling van een kerstkaart heeft gegeven. De inspanning van een paar uur is zo aangenaam, dat ik inzie dat sneeuw en snelheid helemaal geen vanzelfsprekende combinatie hoeft te zijn. En met dat inzicht val ik uren later, na een aangenaam avondmaal, in slaap in onze houten, besneeuwde accommodatie op de oever van Pielinen.
Potje vissen op Pielinen
Vanaf het terras van ons huis zien we de volgende ochtend voor het eerst de contouren van het dichtgevroren meer, enkele eilanden en de omringende bossen. Begin en eind van Pielinen zijn onmogelijk te zien; het meer is 120 kilometer lang en soms wel 40 kilometer breed. Wie op het diepste punt naar de bodem wil, moet 60 meter afdalen. En toch vriest deze watermassa elke winter keurig dicht, en dat levert zowel voordelen als kansen op.
Om met het eerste te beginnen: ’s winters wordt de ijslaag plaatselijk dusdanig dik, dat tussen Koli en Vuonislahti een ijsweg kan worden aangelegd. Het tijdelijke traject is met 7 kilometer liefst 60 kilometer korter dan de zomerse route om het meer.
En dan de kansen: je kunt natuurlijk gaan schaatsen, maar dat doet de Nederlander bij voorkeur op de meren in het eigen land. Neen, wie een beetje van avontuur en doorzetten houdt, gaat de bevroren vlakte op voor een sessie pilkki of pilkkiminen. Daarvoor heb je nodig: een boor met een lengte van ongeveer 1,50 meter en een diameter van zo’n 15 centimeter, een kleine hengelset, aas, een stoeltje, warme kleren en dito schoenen. Je loopt ergens het ijs op, veegt de sneeuw een beetje weg en maakt met de imposante boor een rond wak. Aas aan het haakje en hup, je bent aan het ijsvissen.
Veel meer heb ik niet meegemaakt, in de uren die op het boren volgden. Nauwelijks tot geen beet, het visvolk verbleef kennelijk elders. De meeste tijd ging eerlijk gezegd zitten in het met een lepeltje ijsvrij houden van mijn visstek, want bij een temperatuur van -20 graden Celsius zit je simmetje als je even niet oplet zo vastgevroren.
Dat klinkt misschien allemaal suf, maar dat is geenszins zo bedoeld. Het is een fantastische bezigheid! De eenzaamheid, de rust om je heen, het landschap; op een gegeven moment voel je de koude windvlagen over de ijsvlakte niet eens meer. Ik had alleen wel wat willen vangen, al was het alleen maar om te kijken of ik de vangst kon binnenhalen… Want die vraag heeft urenlang door mijn hoofd gespookt: hoe lullig zal ik me voelen als ik inderdaad zo’n joekel aan de haak sla, die ik vervolgens met geen mogelijkheid door dat (te) kleine gat boven water weet te krijgen. Maar zoals gezegd: dat probleem deed zich niet voor.
De avond wordt traditioneel ingevuld. In het gasthuis gaan we naar de sauna; de dames in het linkerexemplaar, de heren in het hok aan de rechterkant. Gescheiden werelden, het is maar wat je gewoon noemt.
Over rendieren en gezondheid
Dag drie is dierendag. Neen, we gaan niet op zoek naar wilde beren, zoals in Fins Lapland, we gaan rendieren aaien op een farm. De kennismaking is allesbehalve gelukkig. Wij zijn nauwelijks binnen de omheining of een medewerker van het bedrijf begint met voer een ware kudde te lokken, die zich verderop in de sneeuw staat te vervelen. Ineens zijn we omringd door opdringerige dieren, die als dronkenmannen met hun geweien schudden. Maar al snel keert de rust terug, en kunnen we op ons gemak tussen de beesten doorlopen, ze aanraken en aaien. Een rustgevende, bijna spirituele activiteit, zal een van de deelnemers later zeggen, als we ons in een van de hutten op het rendierenbedrijf warmen aan een lokale oppepper.
Sterfte teruggedrongen
Het is ook zo’n moment om even in de jongste geschiedenis van Noord-Karelië te duiken. Deze regio, waar we net weer een heerlijk uurtje in de frisse buitenlucht hebben doorgebracht, was ooit een van de ongezondste in de westerse wereld. De extreem hoge sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten onder (jonge) mannen was voor de Finse overheid in de jaren ’70 aanleiding om in de regio een grootscheeps gezondheidsprogramma op te zetten. Rode draad was de oorzaak van ziekte zien weg te nemen: hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, ongezonde voeding, roken. Onder anderen leraren, voedingsdeskundigen en managers van sportkantines leerden cholesterolwaarden te meten, gingen naar tentoonstellingen over gezonde leefstijl en deden mee aan gezonde proeverijen. Supermarkten kwamen met gezonde dagen, waarbij gezonde voeding centraal stond. Rookvrije ruimtes in de regio moesten rokers ontmoedigen.
Door deze, en nog veel meer maatregelen, zijn de eetgewoonten in Noord-Karelië in de loop der jaren drastisch veranderd. In een periode van 15 jaar leidde de aanpak tot 373 minder doden, zo valt te lezen in een rapportage. De afname is volgens onderzoekers voor bijna driekwart van de gevallen (71 procent) te verklaren door de daling van risicofactoren (zoals roken). In bijna een kwart van de gevallen (24 procent) lagen medische verbeteringen ten grondslag aan de daling; in 5 procent was sprake van andere factoren.
Vandaar dat we ons dus zo lekker hebben gevoeld tijdens onze korte wintersport in Noord-Karelië. Binnenkort plannen we een zomers verblijf in het oosten van Finland, onder meer om net als Jean Sibelius, Juhani Aho en Eero Järnefelt het panorama vanaf de Ukkokoli eens met eigen ogen te zien.