Stay on Yukon time
Artikelindex
‘Wat is het hier rustig’, denk ik bij binnenkomst in Whitehorse, de hoofdstad van de Canadese provincie Yukon. Net uit het vliegtuig zit de hectiek en de onrust van Nederland nog in mijn bloed. ‘Wat is het hier druk’, denk ik bij binnenkomst in Whitehorse na negen dagen rondtrekken door Yukon. Wonderlijk hoe snel je perspectief verandert. In plaats van stress vloeit door mijn aderen nu ‘Yukon time’.
We zijn op ontdekkingsreis in Yukon, Canada en gaan de Klondike/Kluane Loop rijden. Deze rondreis van ongeveer 1800 kilometer gaat van Whitehorse naar Dawson City, via Alaska naar Beaver Creek en dan weer terug naar Whitehorse. Reizen door Yukon doe je bij voorkeur in een RV (Recreational Vehicle). Je hebt in een camper immers alles bij de hand, en dat is geen overbodige luxe in een gebied waar je kilometer na kilometer niets anders tegenkomt dan bomen, planten en leegte. De afstanden zijn groot: tussen Whitehorse en Dawson City, het eerste doel van de reis, ligt bijna zeshonderd kilometer. Nog niet gewend aan zoveel ruimte en de verschillende kleuren van de ‘Indian Summer’ kijk je zo’n eerste dag je ogen uit. Na heel veel fotostops is het al bijna donker als we de camper parkeren op het Gold Rush RV park, midden in het stadje. De RV-parken in Yukon hebben ruime plekken met stromend water en elektriciteit. Er zijn douches, toiletten en bijna overal gratis draadloos internet. Heel handig, omdat Europese mobiele telefoons in Yukon niet werken.
Stoer
De volgende dag ontmoeten we onze stoere gids Bill. Hij rijdt met ons mee in de camper naar het Tombstone Territorial Park. ‘Om er te komen moet je wel de Dempster Highway trotseren” grijnst hij. En inderdaad. Vonden we de weg naar Dawson al niet zo best, de naam ‘Highway’ blijkt helemaal misleidend: het grootste deel van de zevenhonderd kilometer lange verbindingsweg tussen Dawson en het noordelijke Inuvik, bestaat uit grint en gravel en kuilen. Maar het door Bill beloofde uitzicht is inderdaad spectaculair. Er wonen in Yukon meer beren dan mensen. “Ik hoop dan ook dat jullie er een paar zien deze week", zegt Bill onderweg terug naar Dawson. Daar gaan we ‘gold pannen’.
Goudzoekers
Gold pannen is letterlijk met een pan in een rivier gaan staan en goudbrokjes tussen gruis uitwassen. Bill vertelt dat je het gruis een aantal keer voorzichtig moet spoelen. “Wel zorgen dat er goudbrokjes achterblijven”, buldert hij lachend als ik wat gouden brokjes richting zee zie zwemmen. Gelukkig blijft er nog wat over en dat gaat in een glazen buisje mee naar huis. Yes, we zijn golddiggers! Maar we worden er niet rijk van, net als de vele anderen die tevergeefs hun geluk beproefden in de tijd van de Klondike Goldrush (1896-1905). Op het hoogtepunt van de goudkoorts in 1898 telde de stad maar liefst veertigduizend inwoners.